Wanneer word opa weer levend?

Zo voor het weekend een schrijfsel uit de ‘oude doos’…

Wanneer word opa weer levend?

Kinderen en de dood, de dood en kinderen. De kennismaking tussen die twee stellen we het liefst zo lang mogelijk uit. Maar dat ook kinderen te maken krijgen met een overlijden in hun eigen omgeving is, net als voor iedereen, één van de weinige zekerheden die we hebben in het leven.

Alles rondom de dood en een uitvaart is anno nu voor volwassenen vaak nog omgeven door taboes en spookverhalen. Het is geen uitzondering dat mensen mij vertellen dat ze ‘vroeger’ niet mee mochten naar de uitvaart van een opa of oma, maar ook van een vader of moeder. Het zien van de overledene zou maar zorgen voor nare dromen. En ook het verdriet liet men niet aan kinderen zien, daar hadden ze immers niks aan was een veelgehoorde opvatting. Opmerkelijk is het dat diezelfde volwassenen ook nu vaak nog angstig zijn en vooral heel vaak ‘dat doe ik niet’, ‘dat durf ik niet’ of ‘dat wil ik niet’ roepen.

Daarom is het in mijn beleving heel gezond om kinderen al op vrije jonge leeftijd echt te betrekken bij alles rondom de uitvaart. Kinderen kunnen heel goed meedenken over welke kaart mooi zou zijn voor oma. “Doe maar die roze, want dat vind ik een mooie kleur voor oma!”. Ook over het veelal meest spannende onderdeel van het regelgesprek, de uitvaartkist, kunnen kinderen hun stem laten horen: “Ik vind die witte wel mooi!” Kinderen maak je op die manier spelenderwijs vertrouwd met de rituelen rondom een uitvaart.

Vanaf een jaar of vier à vijf behoort wat mij betreft afscheid nemen ook tot de mogelijkheden. Bij De Lelie Uitvaartverzorging werken we daarom met een kinderviering. We maken kinderen vertrouwd met alle begrippen die aan de orde zullen komen in de dagen die voor hen liggen. En elke keer sta ik weer versteld van de vragen en opmerkingen die vanuit de kinderen komen. “O, coole bak!”… een heel fris perspectief op de rouwauto. Of: “Maar dat doet toch pijn, dat verbranden?” Juist door kinderen eerlijk te vertellen wat er allemaal gaat gebeuren en wat dat inhoudt kunnen we die onzekerheden wegnemen. Want dat verbranden, wat we met een duur woord ‘cremeren’ noemen, doet helemaal geen pijn. Want als je dood bent, dan kun je niet meer kijken, horen, praten, maar ook geen pijn meer voelen.

En als de kinderen er aan toe zijn, dan gaan we nog een stapje verder. Want hoe ziet iemand eruit die is overleden? Waarom is opa een beetje wit? Waarom is oma zo koud? Al die vragen, en nog veel meer, krijgen een antwoord en, dat is een mooi extra effect, de meeste papa’s en mama’s luisteren vanaf het puntje van hun stoel ook mee. Menig jeugdtrauma wordt meteen mee verwerkt. Dan gaan we een kijkje nemen bij iemand die deel heeft uitgemaakt van het leven van de kinderen, als zij dat willen natuurlijk. Voor de papa’s en mama’s een heel spannend moment: is het niet toch teveel voor hun kind? De praktijk wijst uit dat eigenlijk alle kinderen, door het verhaal vooraf, heel goed met het beeld en de situatie om kunnen gaan. En al heel snel even voelen of opa echt wel zo koud is en even onder het dekentje willen kijken of de benen van oma er nog wel aan zitten.

“Wanneer wordt opa weer levend?”, dat is een vraag die nog weleens voorkomt en misschien ook naast het hele rationele verhaal wel het lastigst om te begrijpen: het feit dat de dood onomkeerbaar is en dat binnen een paar dagen het moment komt waarop we het laatste huisje van opa dichtmaken en dat zij dan voor altijd gedag moeten zeggen. Want… opa wordt niet meer levend. Het sterretje biedt vaak houvast: voor het slapen gaan zwaaien naar de mooiste ster die misschien nog wel even knipoogt als je heel goed kijkt.

Nee, opa wordt niet meer levend maar… alle mooie herinneringen die neem je voor altijd met je mee. Daar kan zelfs de dood niets aan veranderen!

Marc Stift, maart 2014